MONUMENTEN NAALDWIJK

MONUMENTEN NAALDWIJK

RIJKSMONUMENTEN

Nederlands Hervormde kerk / Oude Kerk (Wilhelminaplein 5)
Aan het Wilhelminaplein domineert het kerkgebouw van de Nederlands Hervormde Kerk. De ruime gotische kruiskerk met toren was gewijd aan de Heilige Adrianus en is sinds 1307 een kapittelkerk. Van de Oude Kerk is de toren, met zijn laat-romaanse lisenen, tandlijsten, boogfriezen en vroeggotische galmgaten, het oudste gedeelte. Of beter gezegd: het onderste gedeelte, want dit dateert uit de dertiende eeuw. De toren is later tenminste één keer verhoogd, waarschijnlijk toen de kerk herbouwd werd nadat een blikseminslag brand veroorzaakte in 1472. Dit is te zien aan de muren van de zijbeuken. Tot de oorspronkelijke hoogte zijn grote stenen gebruikt en daarboven kleinere. De muren van het oude schip verving men na het afbreken door kalkstenen zuilen. De stenen die hierbij vrijkwamen werden gebruikt voor de bouw van de zijbeuken. Omdat de gehele kerk hoger moest worden, was er een tekort aan stenen. Dit werd aangevuld met nieuwe, kleinere stenen. Bij die gelegenheid is ook de Romaanse toren verhoogd, die te laag was geworden in verhouding tot de rest van de kerk. Het dwarsschip dateert uit de veertiende eeuw en is verhoogd in de vijftiende eeuw. Het schip is in de eerste helft van de vijftiende eeuw gebouwd en het koor midden vijftiende eeuw. De zijbeuken zijn gescheiden van de middenbeuk door achtkantige pijlers en geprofileerde bogen. De smalle zuilengalerij (pseudotriforium) is gelijk aan dat van het schip van de Nieuwe Kerk in Delft, opgebouwd uit reeksen spitsboognisjes. De pijlers zijn opgetrokken uit baksteen met lagen tufsteen in het zicht. Aan de noordzijde van het koor bevindt zich een kapel en aan de zuidzijde de sacristie en de librije, bereikbaar door een spiltrap. Als herinnering aan Hendrik IV (heer van Naaldwijk van 1445 tot 1496), die de kerk liet herbouwen, is zijn wapen op de balken tussen koor en schip geschilderd. Het interieur van de kerk is de moeite van een bezoek waard. De eikenhouten preekstoel werd in 1619 gemaakt door de Delftse schrijnwerker Floris Jacobsz. Het koorhek werd tijdens de herbouw vervaardigd. De geschiedenis van het rood- en witmarmeren grafmonument in het koor is nogal merkwaardig. De weduwe van de in 1711 overleden baron Von Schmettau liet dit voor haar echtgenoot maken. Deze heeft niet lang in het graf mogen rusten, want baljuw Abraham Douglas eigende zich het grafmonument toe om daarin zijn in 1756 overleden vrouw te laten begraven. Het vermoeden bestaat dat op de achterkant van de zwartmarmeren gedenkplaat nog de tekst staat ter nagedachtenis aan degene voor wie het monument werd opgericht. Heel bijzonder in de kerk is wel de hagioscoop ofwel ‘heiligenkijker’. Het is een sleuf in de muur waardoor de familieleden Van Naaldwijk vanaf hun zitplaats in de kerk als enigen het gebeuren in het koor konden volgen. Het laatgotische koorhek stamt uit het begin van de zestiende eeuw en bestaat uit speels traceerwerk van koperen spijlen. Het statige orgel dateert uit het jaar 1836. In 2004 en 2005 is het kerkgebouw in- en uitwendig grondig gerestaureerd.

Het Heilig Geest Hofje (Heilig Geest Hofje 1-12) 2
Tijdens een wandeling door de Kerkstraat wordt de aandacht volledig opgeëist door de Oude Kerk en de omliggende huisjes. Daardoor kan de wandelaar makkelijk ongemerkt het kleine straatje voorbijlopen. Aan het eind ervan geeft een kleine poort toegang tot kleurrijke huisjes, gelegen rond een centrale tuin. Dit is een van de mooiste plekjes in Naaldwijk; Het Heilige Geest Hofje. Hendrik IV, heer van Naaldwijk, bestemde in 1496 in zijn testament een som geld voor de inrichting van een huis voor vijf arme, oude mannen. Het moest ‘getimmert worden op ’t erff van de cuer te Naaldwijk langes die kercklaan’. Dit huis werd later door het kerkelijk armbestuur (de Heilige Geestmeesters) vervangen door vijf kleinere huisjes. In 1627 heeft Frederik Hendrik als heer van Naaldwijk vijftien huisjes, vijf voor mannen en tien voor vrouwen, in de vorm van het huidige hofje laten bouwen. Zo ontstond het hofje, waarin zoals gebruikelijk allerlei bepalingen golden. Zo moesten de bewoners en bewoonsters afkomstig zijn uit ’s-Prinsen-heerlijkheden en behoren tot de Hervormde Gemeente. In 1955 ging het beheer over op de gemeente Naaldwijk. Als officiële benaming werd toen gekozen voor Domaniaal Oude Mannen- en Vrouwenhuis Het Heilige Geest Hofje. In 1961 werd de laatste restauratie uitgevoerd, waarbij de woningen door samenvoeging hun huidige indeling kregen. De vleugels bestaan nu uit respectievelijk zes en zeven woningen. De oorspronkelijke geleding van de gevelwand met puntgevels – beide wanden hebben ter afwisseling één tuitgevel – is gehandhaafd, zodat tien huisjes twee voordeuren bezitten. Inwendig zijn de huisjes nu ruim te noemen, mede dankzij de verdieping. Zij zijn voorzien van modern comfort, maar de oude schouw bleef overal gespaard.

Kapel (Heilig Geest Hofje 7)
Aan één van de korte kanten van het hofje staat een kapel. Het is mogelijk dat er vanaf het prille begin van het hofje al een kapelletje stond, dat bij de Kapittelkerk hoorde. Toch wordt aangenomen dat de huidige kapel, met een zeventiende-eeuwse gevel die aansluit bij de tuitgevels van de huisjes, in opdracht van Frederik Hendrik werd gebouwd. Zijn wapen prijkt boven de ingang. In de achttiende eeuw verloor het gebouw zijn functie, maar tussen 1807 en 1920 kreeg het een nieuwe bestemming. De Israëlitische Ringsynagoge van het Westland kocht de kapel en richtte deze in als eenvoudige synagoge. In 1929 kocht de gemeente het gebouw, dat na een ingrijpende restauratie in 1935 de functie van museum kreeg. Vanaf 1991 fungeert de kapel als trouwzaal van de gemeente. De schouw is als museumobject in de kapel geplaatst en behoort niet tot het oorspronkelijke interieur.

Het Ambachtshuis / Oude Raadhuis (Herenstraat 6 / hoek Wilhelminaplein)
Het ambachtshuis van Naaldwijk heeft een respectabele staat van dienst. De Hollandse renaissancegevel draagt het jaartal 1688. Dit is in zoverre misleidend dat het slaat op een uitbreiding, niet op de stichting. Honderd jaar eerder heeft er een eenvoudiger gebouwtje gestaan dat als ‘gemeenraet- of dinghuys’ fungeerde. Aan de voorzijde (Wilhelminaplein) lag de waag, terwijl de achterzijde diende als vierschaar. De functie van rechthuis was de belangrijkste functie die het pand in de eerste eeuwen van zijn bestaan had. In 1934 onderging het gebouw een gevelrestauratie en is een viertal glas-in-lood ramen aangebracht door de Limburgse glazenier R. Smeets. Zij geven de verschillende aspecten aan van het gemeentelijk leven, zoals huwelijk, tuinbouw, de zorg voor ouden van dagen en de geschiedenis van Naaldwijk. In de hal is een gedenksteen aangebracht die herinnert aan het bezoek dat Koningin Wilhelmina in 1898 aan de gemeente bracht. In de voorgevel is een drietal wapens zichtbaar. Geheel boven het wapen van het geslacht Van Naaldwijk. Daaronder het wapen van Prins Frederik Hendrik en boven de (vroegere) toegangsdeur het wapen van Koning-stadhouder Willem III.

Watertoren (Grote Woerdlaan 11)
De 41 meter hoge watertoren uit 1930 aan de Grote Woerdlaan is ontworpen door architect H. Sangster. Hij koos voor een expressionistische baksteenarchitectuur. Aan de ene kant vertoont deze verwantschap met de bouwwerken van de Amsterdamse School, aan de andere kant grijpt de vormgeving terug op het negentiende-eeuwse chateau d’eau. De niet-zichtbare dragende constructie is van beton. Er zijn maar liefst 280.000 metselstenen, 540 m2 beton en 70 ton betonijzer gebruikt voor de bouw. Gelet op de destijds beschikbare hulpmiddelen moet dit een enorme krachtsinspanning zijn geweest voor de betrokken bouwvakkers. Het hoogreservoir is een betonnen bak van 7,5 meter hoog en een totale inhoud van 600 m3. De bovenzijde van het reservoir, die bepalend is voor de maximumdruk van het leidingwater, bevindt zich op circa 32 meter boven het straatpeil.

Rooms-katholieke kerk Sint Adrianus en pastorie (Molenstraat 31 en 29)
In dit kerkgebouw zijn de traditionele vormen goed herkenbaar. De grondvormen van de westerse kerkbouw zijn terug te voeren tot in de Griekse oudheid. Op 2 december 1929 begon men met de bouw. De plechtige eerste steenlegging had plaats op 17 juni 1930. Het oorspronkelijke interieur bestond uit vier rijen banken (elk vierenhalve meter lang) een dwarspad, een middenpad, twee zijpaden en twee processiegangen. Het netgewelf en de gerestaureerde secco’s van de kruiswegstaties zijn bijzonderheden van de kerk. De totale lengte van de toren bedraagt zeventig meter, inclusief het vijf meter hoge torenkruis (950 kilo). De kerk is elke zaterdagmiddag tussen 14.00 en 16.00 uur te bezichtigen.

Vlietwoning (Burgemeester Elsenweg 45)
In de elfde en twaalfde eeuw stond op deze plaats een ontginningsboerderij. Later werd hier een nieuwe boerderij gebouwd die rijk voorzien was van oudheden. Zo werd het voorhuis opgesierd met laatgotische sleutelstukken uit de tweede helft van de zestiende eeuw. In de opkamer zijn consoles uit het begin van de zeventiende eeuw en een achttiende-eeuwse bedstede. De in de twintigste eeuw verbouwde kelder laat een aanzet zien van een kruisgewelf. De boerderij, die op een terp staat, was in de tweede helft van de zestiende eeuw in bezit van Willem Corssen van der Vliet, de schenker van de grond waarop het Ambachtshuis (oude raadhuis) is gebouwd. Door een grote brand is in 2009 een groot deel van de boerderij verwoest. Sindsdien heeft er nog geen renovatie plaatsgevonden.

Woonhuis (Dijkweg 11)
Het woonhuis in classicistische stijl stamt uit 1836 en is wellicht opgetrokken op de fundamenten van een ouder pand. Bij het huis horen de tuin en een prieel uit 1926 in ambachtelijk traditionele bouwstijl met boomtakkenvullingen. Van 1870 tot 1936 deed het huis dienst als notarissenkantoor. In 1936 kreeg het de functie van Nederlands Hervormd rusthuis. Sinds de jaren zeventig is het huis weer in particulier bezit en teruggebracht naar de oorspronkelijke functie van woonhuis. Aan de straatzijde, waar zich ook de hoofdingang bevindt, staat een negentiende-eeuws hek in classicistische stijl. Het dubbele ijzeren tuinhek heeft pijlpuntspijlen en gecanneleerde hekstijlen met pijnappels.

Gashouder met dienstwoning en regulateurshuisje (Grote Woerdlaan 9 en 9a)
Tussen een aantal woningen achter de Grote Woerdlaan staat een complex uit 1927 van de Haagsche Maatschappij voor Gasdistributie (Loosduinen). Het gebouw bestaat uit een dienstwoning annex gasstation in de stijl van de Interbellum-architectuur, met daarbij een gashouder. Het is een natte telescopische gashouder met een inhoud van 1000 m3. De dienstwoning met kenmerken van de late Amsterdamse school heeft een aangebouwde winkelruimte. Verder bevindt zich op het terrein een regulateurhuisje en een onderhoudsschuurtje. De oorspronkelijke dienstwoning is gebouwd in de stijl van de Interbellumarchitectuur, met oorspronkelijke kenmerken van de late Amsterdamse School. In de serre van de dienstwoning bevinden zich een regulateurkamer, een kantoor en een toonkamer, met daarachter een werkplaats met calorifère. De gashouder is de laatste in zijn soort in de provincie en is in 1971 verbouwd tot drinkwateropslag. Daarbij is het ijzeren vakwerk verwijderd. In de gashouder werd vroeger het gas opgeslagen voor het aan de gebruiker werd afgeleverd. Om de inhoud van de gashouder te vergroten kon de houder in hoogte worden versteld door het telescoperen.

Werk-woonhuis (Herenstraat 31)
Het zeventiende-eeuwse pand beschikt over een tuitgevel met ankers en gemetselde tudorbogen boven de vensters. Het is waarschijnlijk gebouwd door timmerman Doe Adryaensz Luck, die van 1614 tot 1618 eigenaar van dit perceel was. In 1926 is het onderste gedeelte van de oorspronkelijke voorgevel aangepast met een voor die tijd moderne winkelpui. Enkele jaren geleden werd de voorgevel opnieuw aangepast aan de wensen van de tijd.

Woonhuizen (Kerkstraat 3-5)
Deze huizen zijn gebouwd op een muur die ooit diende als afscheiding van het kerkhof. Ze vormen nu samen een mooie ring om de kerk. In vroegere jaren betaalden de eigenaren van deze huizen een jaarlijkse rente (belasting) omdat hun huis ‘op de kerkmuur was getimmert’.

Boerderij Cruysbrouck (Kruisweg 21)
Hoeve Cruysbrouck is een historische en bijzonder stijlvolle boerderij die aan het begin van de negentiende eeuw volledig is gerestaureerd. Het terrein waarop deze boerderij is gebouwd, behoorde ooit toe aan de Oranjes. In de zeventiende eeuw stond de boerderij op naam van mr. Johan Tuning, secretaris van Frederik Hendrik. Zijn zoon Gerard trouwde met Petronella van der Mijll. Hun wapens zijn te bewonderen op de twee stenen zuilen aan het begin van de oprijlaan. Links bevindt zich het familiewapen, een klimmende rode leeuw op een gouden veld. Op de rechterzuil staat het wapen van de familie Van der Mijll, een stappend zwart hert op een zilveren veld.

Woonhuis (‘s-Gravenzandseweg 77)
Dit woonhuis is gebouwd in de stijl van de Nieuwe Haagse School met sterk overkragende kappen. Het is een vrijstaand huis. De achtertuin, gelegen aan de westzijde, grenst aan de waterkant. De voorzijde ligt aan de doorgaande weg van Naaldwijk naar ’s Gravenzande. Voor het ontwerp uit 1926 tekende A. Claus, architect te Den Haag. De invloed van Wright manifesteert zich voornamelijk in de onderlinge relatie tussen de volumes, de plattegrond en de flauw hellende, overkragende dakschilden. De invloed van de Amsterdamse School is duidelijk waarneembaar in de spitsbogige uitbouw aan de voorzijde en de detaillering (glas-in-lood kozijnen). Afgezien van het verdwenen houten paraboolvormige hek naar de achtertuin verkeert het huis in nagenoeg oorspronkelijke staat. Aan de zuidzijde van het huis is een moderne aanbouw geplaatst. Oorspronkelijk was daar de doorgang tussen voor- en achtertuin. In de zuidelijke aanbouw bevindt zich een waterput. Het woonhuis is typerend voor de opkomst van de tuinders in de jaren twintig en dertig. Vaak lieten deze tuinders een woonhuis bouwen in een stijl, zoals je die ook in de grote steden veel aantrof.

Tramstation (Verspycklaan 1)
Het oude tramstation aan de Verspycklaan heeft de tand des tijds goed doorstaan. Het werd in 1907 gebouwd voor de Westlandsche Stoomtramweg-Maatschappij en is opgetrokken in de zogeheten eclectische stijl met jugendstil- en chaletstijlelementen. De tramlijn zelf heeft nog lange tijd dienst gedaan. Deze werd in de tweede helft van de jaren zestig opgeheven. Het tracé waaraan het station lag, is nog herkenbaar. Later werd het vervoer over spoor overgenomen door het wegvervoer, waardoor het tramstation overbodig raakte. Het tramstation is om verschillende redenen van algemeen belang. Ten eerste door de cultuurhistorische waarde die het vertegenwoordigt. In het bijzonder door de plaats die het inneemt in de ontwikkelingsgeschiedenis van het Westlandse personen- en goederenvervoer en de daaruit voortvloeiende sociaal-economische betekenis. Ten tweede door de cultuurhistorische waarde vanwege de kwaliteit van het ontwerp en de toegepaste stijlelementen.

Pomp (Wilhelminaplein t.o. 8)
Een van de sfeermakers op het Wilhelminaplein is de natuurstenen pomp met leeuwenkop uit 1629, die volgens inscripties vele malen werd hersteld. Op bepaalde tijden van de dag konden de inwoners tot het begin van de twintigste eeuw hier hun drinkwater halen. Oorspronkelijk stond de pomp midden op het plein. Later is deze verhuisd naar de hoek Wilhelminaplein-Herenstraat, tegenover het voormalige raadhuis. Dit was nodig om plaats te maken voor de autobussen die toen over het plein reden. Sinds 2000, na een nieuwe inrichting van het plein en de omgeving, staat de gerestaureerde pomp voor de voormalige pastorie.

Pastorie Nederlands Hervormde kerk (Wilhelminaplein 8)
Aan het Wilhelminaplein 8 bevindt zich de voormalige pastorie. Dit pand bestaat uit twee delen: een linker huis met een trapgevel en een rechter huis met een lijstgevel. Het pand met de trapgevel werd in de eerste helft van de zeventiende eeuw gebouwd als baljuwhuis door baljuw Simon van Catshuysen. Het andere pand dateert waarschijnlijk uit dezelfde tijd, maar werd tijdens een verbouwing in 1854 aan de smaak van de tijd aangepast. Beide huizen deden van 1776 tot 1972 dienst als pastorie.

HISTORISCH WAARDEVOLLE OBJECTEN

* Kleine Achterweg 6 (1936, woonhuis)
* Lange Broekweg 2-4 (1877, woonhuis)
* Colmanstraat 10-34 (1930-1935, woningbouwcomplex)
* Druivenstraat 62-126 (1930-1935, woningbouwcomplex)
* Frankenthalerstraat 17-31 (1930-1935, woningbouwcomplex)
* Marocstraat 1-31 (1930-1935, woningbouwcomplex)
* Serrestraat 1-49 (1930-1935, woningbouwcomplex)
* Westlandstraat 1-57 (1930-1935, woningbouwcomplex)
* Dijkweg 7 (1875-1900, oorspronkelijk hotel, nu café-bovenwoning)
* Dijkweg t.o. 7 (19e eeuw, Rooms-Katholieke begraafplaats)
* Dijkweg 9 (mogelijk 18e eeuw, woonhuis)
* Dijkweg 12 (1894, oorspronkelijk tramstation, nu appartementencomplex)
* Dijkweg naast 12 (na 1945, begraafplaats WO II)
* Dijkweg 22 (ca. 1900, oorspronkelijk school, nu leegstand)
* Dijkweg 24 (1906, woonhuis)
* Dijkweg 41 (1866, herenhuis)
* Dijkweg 43-45 (1875-1900, woonhuis)
* Dijkweg 67 (ca. 1930, woonhuis)
* Dijkweg 69 (1919, villa)
* Emmastraat 1-3, Molenstraat 17-19 (1911, woonhuis-winkel)
* Galgeweg 10 (1928, villa)
* Galgeweg 25-27 (1904, oorspronkelijk boerderij, nu manege)
* Galgeweg naast 47 (1935, Zwethbrug)
* Geestweg 17 (woonhuis)
* Geestweg 23 (woonhuis)
* Geestweg 32 (ca. 1930, woonhuis)
* Geestweg 34 (1930-1931, woonhuis)
* Geestweg 36 (ca. 1930, woonhuis)
* Geestweg 38 (ca. 1930, woonhuis)
* Geestweg 40 (1930-1939, woonhuis)
* Geestweg 40a-40b (ca. 1930, oorspronkelijk woonhuizen, nu woonhuis-winkel)
* Geestweg 40a, 40b, 40c (woonhuizen)
* Geestweg 42 (1900-1915, woonhuis-winkel)
* Geestweg bij 120 (1875-1900, gemeentelijke begraafplaats)
* ‘s-Gravenzandseweg 75 (ca. 1930, woonhuis)
* Herenstraat 2-4 (17e/18e eeuw, oorspronkelijk woonhuis, nu winkel-woonhuis)
* Herenstraat 3-5 (18e/19e eeuw, oorspronkelijk woonhuis, nu café-bovenwoning)
* Herenstraat 37 (1907, woonhuis-winkel)
* Herenstraat 41 (1914, woonhuis-winkel)
* Hoogwerf ongenummerd (1900-1950, druivenkassencomplex)
* Kerkstraat 8-9 (16e eeuw, oorspronkelijk (gedeelte van) pastorie, nu woonhuis)
* Kerkstraat 19a (1912, pakhuis)
* Kruisweg 6 (ca. 1930, woonhuis)
* Kruisweg 13 (1925, villa)
* Kruisweg 19 (1938, villa)
* Molenstraat 48 (1912, woonhuis-winkel)
* Molenstraat 58 (1893, woonhuis-winkel)
* Monstersepad 9 (1855, oorspronkelijk pachterswoning, nu woonhuis)
* Opstalweg ongenummerd (1794, Joodse begraafplaats)
* Rembrandtstraat 20 (ca. 1935, woonhuis-winkel)
* Rembrandtstraat 22, Van Tijnstraat 2 (1927, woonhuis-winkel)
* Verdilaan ongenummerd, oorlogsmonument
* Wilhelminaplein 2 (1921, kantoor)
* Wilhelminaplein 34 (1891, oorspronkelijk een herberg, nu restaurant)
* Zuideinde 17 (1930, woonhuis-winkel)
* Zuideinde 32 (1871, woonhuis)
* Zuidweg 35 (ca. 1920, villa)
* Zuidweg 37
* Zuidweg 39 (1929, villa)
* Zuidweg bij 62 (was 50) (ca. 1890, toegangshek)